Elk jaar opnieuw wordt er op Kerstavond een kersttulband gebakken. Naar gelang het aantal gasten die avond worden de ingrediënten verminderd of vermeerderd en ziet de tulband eruit als een reuzekalkoen of, tja, zoals op de foto. Er gaat niets boven een stukje tulband met een beetje bloemsuiker en een kopje chocolademelk.
Voor een grote kersttulband
(het deeg is eigenlijk briochedeeg)
- 6 eieren
- 600 g bloem
- 45 g suiker
- 0,375 dl melk (dat is zeer weinig melk, vergis je niet)
- 275 g zachte boter (op kamertemperatuur)
- 25 g gist
- een snuifje zout
- rozijnen, gekonfijt fruit etc voor de liefhebbers
- bakvorm
Verwarm de melk een beetje en los de gist erin op. Doe de bloem in een mengkom en maak een kuiltje waarin je het lauwe bloem en gistmengsel giet. Voeg de eieren toe, dan de suiker en strooi het snuifje zout op de randen van de bloem (zodat gist en zout niet rechtstreeks met elkaar in contact komen). Meng alles zeer goed door elkaar. Nu komt het moeilijkste deel, meng de zachte boter lepel voor lepel onder het deeg. Nu kun je ook de rozijnen etc toevoegen.
Voila, klaar voor de eerste gisting. Het deeg zet je op een warme, tochtvrije plaats en het moet in omvang verdubbelen en dat zal ongeveer 3/4u a 1u duren.
Het is tijd voor een tweede gisting en daarvoor leg je het deeg in een beboterde en met bloem bestoven bakvorm (bij siliconen hoeft dit niet, invetten en met bloem bestrooien) en wacht je opnieuw, deze keer een half uur.
Ondertussen is de oven voorverwarmd op 180C en na de tweede gisting wordt het deeg ca. 25 minuten gebakken of tot het gaar is (steek een breinaald of ander puntig voorwerp zoals satestok in de tulband, als er geen deeg meer blijft aan de naald plakken, dus als de tulband niet meer vochtig is, dan is de tulband klaar).
Haal de tulband uit de oven en laat hem afkoelen op een rooster.
En nu versieren maar. Smakelijk!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten